De Zorgcoalitie - samen voor meer erkenning van on- en onderbetaalde zorgarbeid

Naar aanleiding van 8 maart, internationale vrouwendag, roepen we op tot meer erkenning, waardering en een gelijkere verdeling van zorg.

Waarom is dit zo belangrijk voor ons?
We kunnen de aanhoudende crisis in de kinderopvang, besparingen op zorgverloven en de schrijnende omstandigheden in de dienstenchequesector niet langer zien als geïsoleerde problemen. Het is pijnlijk duidelijk dat dit symptomen zijn van een breder maatschappelijk probleem: de systematische onderkenning van het belang van zorgarbeid . En dat is vooral slecht nieuws voor vrouwen, want anno 2023 krijgen zij nog steeds het merendeel van de on- en onderbetaalde arbeid op hun bord.

In de media struikelen politici over elkaars voeten om te belijden hoe belangrijk zorgarbeid is, maar in het beleid verandert er niets. Vrouwen worden nog steeds niet au-serieux genomen, er worden zelfs grapjes over gemaakt.

Daarom bundelen Furia, Femma, ACV, Fairwork, WSM, Netwerk Tegen Armoede, ACLVB, Levl, Ella vzw, netwerk voor genderstudies Sophia, het Collectief 8 maars, Crisiskabinet Kinderopvang, het feministisch platform ter ondersteuning van kinderopvang, waaronder Vrouwenraad, Rebelle vzw, ZIJkant,.... de krachten om onze eisen zo breed mogelijk bekend te maken.

Onbetaald zorgen
Vrouwen spenderen in België gemiddeld 9,5 uur per week meer aan huishoudelijke taken en zorg dan mannen. Taken zoals het huishouden, een maaltijd op tafel toveren, een luisterend oor bieden aan een vriendin, mantelzorg verrichten voor een naaste, als vrijwilliger activiteiten organiseren in je buurt, kinderen aankleden en naar school brengen,… lijken doodgewone dagdagelijkse activiteiten, maar niks is minder waar. Net deze onbetaalde zorg vormt de onzichtbare motor die de samenleving aandrijft. Zonder die essentiële arbeid valt alles stil.

Maar liefst 60% van alle arbeid die we verrichten in België is onbetaald, en daarmee is het eigenlijk één van de grootste sectoren van onze economie. Toch ontleen je geen status, macht of inkomen aan onbetaalde zorg. Wie ‘niet betaald werk levert, is zogezegd inactief’. Omdat er geen monetair waarde op kleeft denken we dat we eindeloos kunnen terugvallen op onbetaalde zorg. Nochtans zou, zoals de Nederlands feministe Anja Meulenbelt het zo helder uitdrukt, zowel ‘making people, als making profit’ gelijke waardering moeten krijgen.

Helaas staan we daar nog heel ver van. Vrouwen blijven verschillende taken en soorten werk combineren. Deze ongelijke verdeling heeft nefaste gevolgen voor hun welvaart en welzijn. Uit tijdsbestedingsonderzoek blijkt dat vrouwen gemiddeld 6 uur minder vrije tijd per week hebben dan mannen. Bovendien gaat het om tijd die vaker versnipperd en minder kwaliteitsvol is. Want naast ‘het puur uitvoerende’ aspect van onbetaalde zorg dragen vrouwen meestal ook de mentale last : het denk-, emotie- en planwerk (denk maar aan afspraken en boodschappen lijstjes maken, troosten,.. ).

Eén van de strategieën die vrouwen noodgedwongen hanteren is deeltijds werken. In België geldt dit voor 42% van de werkende vrouwen, waarvan slechts 6,7% aangeeft dat dit een ‘vrijwillige keuze’ is. De meeste vrouwen geven aan dat ze dit doen omwille van ‘zware fysieke of mentale arbeidsomstandigheden in hun, job, of de moeilijke combinatie met zorgtaken’. Dit weegt op hun financiële situatie, carrièrekansen, pensioenopbouw en andere sociale zekerheidsrechten (werkloosheid, ziekte) met een onevenredig hoog risico op armoede tot gevolg.

Onderbetaalde zorgberoepen
Deze totale blindheid voor het belang van onbetaalde zorg zien we terugkomen als zorgwerk professioneel gebeurt. Zowel in de positie van werknemers in zorgberoepen als in de perceptie over het soort werk dat ze leveren (alsof het toch niet als ‘echt’ werk wordt gezien). Opnieuw zijn vrouwen buitenproportioneel oververtegenwoordigd (bvb. 95% in de kinderopvang, 98% in de dienstencheques).

Lage lonen en zware werkomstandigheden zijn tekenend voor de onderwaardering in zorgende beroepen: naast de kinderopvang en de dienstenchequesector zien we dit bvb. ook in de gezinszorg, de woonzorgcentra, het algemeen welzijnswerk (= ondersteuning mentale zorg) en de jeugd- en gehandicaptenzorg.

Weinig verbazend raken hierdoor duizenden vacatures niet ingevuld. Deze structurele tekorten leiden bovendien tot ongeziene crisissen. Zo maakt in de kinderopvang de norm van 9 kinderen per begeleider het onmogelijk om kwaliteitsvol werk te leveren. In de dienstenchequesector leidt de onwil van werkgevers en overheid om te investeren in de sector ertoe dat de vele alleenstaande moeders, ondanks hun job en inkomen, in armoede moeten leven terwijl het harde werk hun gezondheid om zeep helpt (zoals aangetoond door tal van studies). Maar de nodige maatregelen blijven helaas uit.

Nog pijnlijker is het dat net de meer kwetsbare vrouwen zijn die noodgedwongen in deze ondergewaardeerde zorgberoepen terechtkomen. Vrouwen met een korte scholing, met een migratieachtergrond vormen het overgrote deel van de onderhouds- en zorgwerkers.

De oververtegenwoordiging van vrouwen met een migratieachtergrond bij het huishoudpersoneel raakt bovendien steeds meer verankerd via de ontwikkeling van internationale ‘zorgkettingen’. Vaak situeren deze zich in de informele sector. Vrouwen maken 80% uit van het huispersoneel wereldwijd, en de overgrote meerderheid (90%) heeft geen toegang tot sociale bescherming. Zij nemen de zorg over van vrouwen in een financieel sterkere positie, terwijl ze hun eigen familie en zorgbehoevenden achter moeten laten om ver van huis voor een hongerloon te zorgen. Zelf hebben ze namelijk meestal niet de middelen om hun onbetaalde zorg kwaliteitsvol te combineren met hun job.

WAT WILLEN WE?

We roepen daarom onze beleidsmakers op tot concrete actie.

Erken onbetaalde zorg

  • Door haar mee te nemen in de evaluatie van onze sociale vooruitgang als maatschappij. Meten is weten! Maak onbetaalde zorg zichtbaar door relevante indicatoren te ontwikkelen en te monitoren die de omvang en de verdeling van onbetaalde zorg in kaart brengen .
  • Voer een actief beleid dat Elders Verworven Competenties (EVC’s) beter erkent en promoot. EVC’s staat voor ervaring en kennis die je in de praktijk opdeed, maar waar je geen diploma voor hebt. Want ook door onbetaalde zorg te verlenen, oefen je vaardigheden en doe je kennis op die nuttig zijn bij het uitoefenen van een betaalde job.

Waardeer onbetaalde zorg

  • Biedt voldoende ondersteuning zodat iedereen onbetaalde zorg op een kwaliteitsvolle manier kan combineren met andere tijdsbestedingen.
  • Bouw degelijk vergoede, flexibele en laagdrempelige zorgverloven uit, zonder anciënniteitsvoorwaarden
  • Beschouw ouderschapsverlof, tijdskrediet, geboorteverlof en deeltijds met behoud van rechten als effectieve tewerkstelling voor het (minimum)pensioen.
  • Voorzie structureel meer tijd voor onbetaalde zorg door de norm voor voltijds werken te verlagen.

Waardeer betaalde zorg

  • Voorzie voldoende, kwaliteitsvolle en laagdrempelige maatschappelijke diensten zoals kinderopvang, ouderenzorg en gehandicaptenzorg.
  • Zorg voor een significante verhoging van de lonen van de werknemers die instaan voor zorg en onderhoud van anderen.
  • Investeer in werkbare jobs met gezonde arbeidsomstandigheden; voorkom fysieke en psychische overbelasting.

Stimuleer een gelijke verdeling in onbetaalde en betaalde zorg

  • Voer een actief beleid dat inzet op niet-stereotiepe beeldvorming van vrouwen en mannen. Meer meisjes in de STEM-opleidingen? Zeker! Meer jongens in de zorg-opleidingen? Absoluut!
  • Stimuleer een gelijke verdeling in opname van zorgverloven
  • Verleng en verplicht het geboorteverlof. Om de discriminatie van zwangere vrouwen terug te dringen; om te zorgen voor een hechtere band tussen co-ouder en kind vanaf de geboorte; om de mentale last beter te verdelen tussen beide ouders.
  • Versterk het recht op thematisch verlof, met name ouderschapsverlof en tijdskrediet. Zorg dat het beter wordt betaald en dat het meer toegankelijk wordt gemaakt zodat ook eenoudergezinnen (waarvan 80% vrouwen) van dit recht kunnen genieten.
  • Zorg voor meer overleg en afstemming tussen verschillende beleidsniveaus.