Werknemersstatuut of sui generis: Wat is het verschil?

Als onthaalouder, kan je onder twee verschillende "statuten" werken: het werknemersstatuut of sui generis. Je statuut bepaalt wat je verdient, hoeveel sociale bescherming je krijgt (bijvoorbeeld bij ziekte of pensioen), en hoe je werk georganiseerd wordt. Hieronder zetten we de belangrijkste punten in de verf:

1. Het werknemersstatuut

Met dit statuut ben je werknemer. Dat betekent:

  • Je krijgt een vast loon. Komen er geen kinderen? Dan krijg je toch betaald.
  • Je hebt recht op betaald ziekteverlof.
  • Je bouwt pensioen op.
  • Je hebt meer zekerheid. Je staat sterker als er iets misgaat, bijvoorbeeld bij ziekte of een ongeval.

Het werknemersstatuut biedt meer bescherming en voordelen.

2. Het sui-generis statuut

Dit is een speciaal statuut dat minder voordelen geeft. Je bent geen werknemer en geen zelfstandige

  • Komen kinderen niet opdagen? Dan verlies je een stuk van je inkomen. Je kan voor die dagen wel een opvanguitkering aanvragen via de RVA (maar dit bedrag ligt een stuk lager).
  • Ben je ziek? Dan heb je minder rechten. Je uitkering wordt bepaald door je bezetting in vorig kwartaal.
  • Je bouwt minder pensioen op.
  • Je hebt minder zekerheid.

Dit statuut is minder gunstig, want je hebt minder bescherming in het geval er iets misloopt.

Het werknemersstatuut biedt meer zekerheid, een stabieler inkomen en is over het algemeen duidelijker geregeld. Door de beperkte sociale bescherming en de onzekerheden die er kleven aan het sui-generis statuut kiezen steeds meer onthaalouders voor de zekerheid van een werknemerscontract.

Meer weten of zelf berekenen? Die info vind je hier!

Of bekijk ons webinar en ontdek wat het statuut voor jou kan betekenen.